Het nieuwe wij


Vele malen heb ik in mijn theologische studies het woordje God gehoord en er zijn talloze beweringen over hem gemaakt.

Van jongs af aan heb ik 'God ' vooral leren kennen als 'vraagstuk, waar je eindeloos over kon denken, en waar je op school via de catechismus moest leren.

Waartoe zijn we op aarde?

Om hier en hiernamaals gelukkig te zijn.

Alleen op deze vraag heb je al een leven voor nodig.

 

De zin van de theologiestudies is het ontwikkelen van gereedschappen om theologische bouwwerken te kunnen ontrafelen.

Vaak worden de bewezen zekerheden als een waarheid beschreven, terwijl dit een ongemakkelijke theologische paradox kan zijn.

Als gelovige heb ik een natuurlijke argwaan jegens bewezen zekerheden, omdat ik weet dan niemand God zal zien en toch zal leven.

Wat zou men de mensheid een ellende bespaard hebben, wanneer in het godsdienstig denken en discussiëren altijd uitgegaan was van deze simpele waarheid.

“God die gezegd kan worden, is niet God”.

Alleen Zijn liefde kan zich door de wanhoop heen laten verstaan en Zijn leven alleen te vinden is, doordat Hij zijn angst voor de dood heeft overwonnen.

Hij liet aan het kruis zien, dat hij alle macht had om te gebruiken, maar liet dit na… en wist dat macht alles kapot kan maken, maar verloste de mensheid met Zijn bloed en dood.

God laat zich niet beschrijven, maar laat de ziel – voorbij aan het beredenerende en controlerende verstand – dankbaar glimlachen.

 

God is niet het antwoord op al onze vragen,

God is zelfs niet het antwoord op onze belangrijkste vragen.

God is de vraag die overblijft, wanneer wij door alle antwoorden heen zijn.

 

Mei 2010

Marianneke Beurskens